Reclame volgend voelt men de pols
van het heden, in commercieel én cultureel opzicht. Het is dus bijvoorbeeld niet
zozeer elitair om te gaan plassen en vast je pyjama aan te trekken tijdens de
reclameblokken in films op de TV. Het is ook dom. Zelf plas ik tijdens die
andere blokken, de stukjes film zelf. Zo houd ik de vinger aan bedoelde pols. Cinema
in tien stukken van 9 minuten met telkens een even lange onderbreking is óók compleet
gestoord, maar dat is nu even niet het punt.
Om te volgen wat er commercieel en
cultureel speelt in de Balie, lees ik het Advocatenblad, maar alleen de advertentiesecties:
de altijd perfect gekalibreerde, hypergevoelige monitor waaraan het kloppend
hart ligt van de advocatuur in Nederland. De uitgever enquêteerde laatst weer eens
wat lezers van het blad vinden. Daaruit bleek al meteen hoe losgezongen van de
werkelijkheid men daar bij de SDU is: dat je alleen de advertenties en de omslag
bekijkt was geen aan te vinken categorie van leesgedrag.

De cover van het Advocatenblad
voert namelijk af en toe een uiting die getuigenis doet van de laatste
ontwikkelingen binnen de beroepsgroep. Af en toe. Doorgaans staan er regular
suspects op en een vooraankondiging van beschouwingen binnenwerks die juist iedere
aansluiting bij de laatste ontwikkelingen missen. Maar soms, soms zíe je op de
cover gewoon de advocatuurlijke pols pulseren. Tjoemp, tjoemp! Laats ook weer.
Op de omslag van aflevering 3/2013 (zie plaatje hierboven) toonde zich mr. Laura
Boomsma-Schriber, gelaarsd en met netkousen onder een weliswaar volkomen
decent, maar mede gezien de verheven positie toch tamelijk kort jurkje, zelfverzekerde
glimlach op de vastberaden vooruit gestoken mond- en kaakpartij. Zij is
gefotografeerd, staande, in die laarzen dus en met dat andere dat ik noemde, op
een bureau of conferentietafel, ietwat wat onderen af genomen (vanwaar de
kanttekening over de kleding).

Het beeld van deze Dominatrix
riep eerst een stroom van verwarde herinneringen op, allemaal zuiver wetenschappelijk
natuurlijk …. en toen stopte de mentale browser bij een naam: Judith Mair. En
toen daagde het mij ineens, als bij bliksemslag: dit was een uiting, een beeld
van een trend nog vóór de setting daarvan, sprekender dan welke binnenwerkse
beschouwingen van omslagbobo’s ook.

Judith Mair is een naam uit het
verleden, zeker, maar ze leeft nog, zo wijst een webzoekje uit. Circa 10 jaar
geleden was zij Dominatrix en vooral de zelfverklaarde Terminatrix van alle
gezelligheid op kantoren, waaronder advocatenkantoren. Eén weekje Judith Mair
in huis en zelfs non-verbale uitingen van de vermaledijde ‘Lustigkeit’ waren
weggeranseld van de werkvloer, om nooit meer terug te keren. Teken van haar compromisloze
Terminator-aanpak, liet ook Judith Mair zich destijds fotograferen, ietwat ‘van
onderen’, staande in laarzen, op een bank en – naar mijn beste herinnering, die
een gewone vertekening kan zijn of iets echt heel duisters – met een rijzweep
in de hand. Mijn kantoor, destijds, onbrak het helaas aan geld of misschien aan
donkere fantasie om Judith eens een paar dagen los te laten op de alom
aanwezige gezelligheid die, achteraf bezien, inderdaad de sluipende woeker is
gebleken waaraan de tent reddeloos ten onder ging. Schade, nah! Ik gebruik
Duitse termen. Indertijd dacht ik dat Judith Mair uit de VS kwam, oorsprong immers
van alle management theorieën en therapieën, zeker de meer Manicheïstische. In
het genoemde zoekje bleek ze evenwel een Duitse. ‘Schluss mit lustig’ heette
dan ook haar laatste neutronenaanval op de kantoorgezelligheid (kantoor en
personeel blijven (be)staan, maar alle gezelligheid is geatomiseerd). Die
herkomst verklaart alsnog beter de zweep – ook al zou dat verzonnen zijn – als
instrument van tuchtiging, waartoe ik verwijs naar de in Duitsland veel
beoefende paardensport of naar wat in de jaren dertig zich afspeelde in menige
Berlijnse tingeltangel.

Enfin, terug naar het eigenlijke onderwerp. Op de Adocatenbladcover toonde Laura
Schriber in het kortst mogelijke bestek wat gaat komen op het gebied van
kantoororganisatie, zij het wellicht haars ondanks. Met Judith Mair is het nu ‘Schluss’,
maar alleen wegens totaal succes. Mr. Schriber is eenpitter; binnenwerks in
aflevering nr. 3 zingt zij de lof van haar eenpitterstaat. En ik denk heus niet
dat Laura zelf, gestoken in laarzen over het eigen bureau, het enige bureau
dus, heen en weer loopt teneinde gezelligheid uit te bannen. Echt niet. Dat zou
namelijk tamelijk symbolisch zijn of zelfs een beetje ziek. Anderzijds is
gezelligheid ‘met jezelf’ buiten twijfel de meest verderfelijke en hardnekkige
vorm van dit uit te roeien kwaad, en in zoverre is een zinnebeeldige of ook
licht perverse daad van zelftucht bepaald op z’n plaats. Maar wat hiervan zij,
het hier bewust of onbewust getoonde toekomstbeeld is dat het gemiddelde advocatenkantoor
binnenkort ‘organiek’ een eigen Iucunditatis Terminatrix heeft, die 100% toewijding aan het
primaire proces bewaakt en afdwingt door gelaarsd en in netkousen, met
vooruitgestoken kaak, over de werkplekken te marcheren, de ‘Pocket Whip’ op
smartphone als vervanging van de in de Nederlandse kantooromgeving mogelijk toch
wat minder geaccepteerde analoge paardenzweep. Voel de kloppende pols van de
moderne advocatuur!