Everything
you always wanted to know about unhappy lawyers, but …

Advocaten zijn ongelukkig. Zo werd onlangs nog weer vastgesteld.

In NRC 22.11.2014 * wordt ongelukkige advocaten aangeraden aan meditatie te
doen. Brengt dat iets nieuws of bruikbaars? Het antwoord is: neen. Advocaten
waren vast en zeker altijd al ongelukkig. En als meditatie, naar het verhaal
t.a.p., ertoe dient om te leren luisteren, naar ‘jezelf’ en naar anderen, dan
is het een overjarige zak, vol gaten, voor ongenietbare, overjarige wijn.

Luisteren naar jezelf gaat advocaten namelijk vanouds heel goed
af. En waarom ineens het toch zo perfect geschikte verbale voor dat doel niet
meer volstaat en gelet moet worden op allerlei andere tekenen (en nog minder
dan tekenen) afkomstig van her en der in het eigen lijf, ontgaat mij. Lichaam
en geest zijn trouwens één. Méér zelfs dan menigeen comfortabel vindt. Het is
dus a priori een illusie dat ‘luisteren’ naar die andere tekenen bruikbaarder
info over ‘de gehele mens jezelf’ oplevert, dan luisteren naar je eigen
praatjes.

Luisteren naar anderen gaat advocaten vanouds heel slecht af, inderdaad. Dat is
om te beginnen veelal een zaak van overleving, geen bijkomstige slechte
eigenschap waar men zonder veel probleem vanaf kan. Wie kan de advocaat nog tot
iets bewegen, welk belang goed verdedigen, als hij of zij ook maar een begin
van twijfel aan het eigen standpunt toelaat, het onontkoombare gevolg van
luisteren naar argumenten van anderen? Het recht is bovendien een constructie.
Vae victis! voor de juridische pleitbezorger die zich te zeer inlaat met de
werkelijkheid, bijvoorbeeld door naar de eigen cliënt te luisteren. In moderne
neurologisch-epistemologische theorieën is die zogenaamde ‘werkelijkheid’ zelf
al een constructie en een ten principale onkenbare ook nog. Waar hebben we het dus
over.
En tenslotte, meer op praktisch vlak: welke cliënt wil een advocaat die eindeloos
luistert en je helemaal laat uitpraten als die € 800 excl. BTW per uur rekent
plus kantooronkosten?

Bezien uit oogpunt van effectieve en efficiënte juridische bediening derhalve
én op grond van geaccepteerde wetenschappelijke inzichten, heeft het luisteren van
en door advocaten nauwelijks waarde. Over de waarde van het luisteren naar advocaten een andere keer.

Wat trouwens de aangehaalde boodschap in (de bijlage bij) de kwaliteitskrant eigenlijk
bij voorbaat al tot de prullenbak veroordeelde, is de boodschapper. Een
zogenaamd ‘verlichte’ opvatting wil boodschap en brenger daarvan scheiden. Wil
bijvoorbeeld de boodschapper niet straffen wegens de boodschap, hoe
onwelkom ook, zoals vroeger met grote
vanzelfsprekendheid wel gebeurde. Nu bepleit ik geen terugkeer naar dat stelsel,
hoezeer ik de rem op proliferatie van slecht nieuws daarin onderken en op
waarde schat. Maar wel vraag ik aandacht voor een onmiskenbare samenhang tussen
boodschapper en bepaalde boodschappen, waarbij de onwaarde van deze laatste
onmiddellijk volgt uit het uiterlijk van de eerste.

En dan wil ik in elk geval voor het terrein van communicatie of esoterie – in
de meest brede zin – waarschuwen tegen de boodschapper met het volgende
fenotype (en fotografische vastlegging):
1) man, middelbare leeftijd of troisième age, vaak met grijs, getrimd baardje à
la Steinbeck op gevorderde leeftijd, vriendelijk en zonder een spoor van
twijfel ons recht aankijkend vanaf zo’n foto die door flitslicht en
grofkorreligheid een goed gedoseerd aantal rimpels van uitgekiende diepte en
curve laat uitkomen; heel fit voor z’n leeftijd ook, altijd. Gepassioneerd vioolbouwer,
biodynamische appelboer, CO2 neutrale meubelmaker, paranormaal begaafde
schaapherder of gewoon Full-time Goeroe.
2) vrouw, leeftijd wezenlijk lager dan sub 1 en dus fitheid idem, zonder
baardje en erge rimpels, eerder lief dan vriendelijk, maar mét enige twijfel; en
weliswaar rechtopstaand gefotografeerd met kleren aan, maar zonder moeite voor
te stellen in zo’n wellness pose, driekwart onder water met komkommer op de
oogbollen. Deeltijd doener van ‘iets met mensen’ uit diepe overtuiging, als coach in van
alles en nog wat, als verzamelaar van kruiden in het bos of als bloedserieuze postmoderne heks.
Sla ‘Happinez’ en het verdere diepdruk lifestyle aanbod er maar op na. En laten
dit soort figuren in het stuk a quo nu beweren dat advocaten meer moeten
luisteren en mediteren. Ik wist meteen genoeg.

New York is een ongelukkige stad, zo is ook nog weer vastgesteld, door iemand.
Worden de 165.000 advocaten aldaar nu ongelukkig door de stad of is de stad
ongelukkig door haar 165.000 ongelukkige advocaten. Kijk, dát zou ik nou wel eens
uitgevogeld willen hebben.

Bijlage ‘The Optimist (voorheen ‘Ode’)’ “Mindfulness heeft juristen veel te bieden’