BalieBreed hield deze zomer vakantie in Ierland. Deze
rubriek wil het wezen der dingen aanroeren, niet de tralala. Daarom geen
verslag van het bier, bebaarde zangers, de villa van Bono en andere
oppervlakkig Iers ‘what to see’ en vermaak. Neen, verdieping en zaken waaruit
lering valt te trekken.

Ierland is nu een apart eiland, los van landmassa Engeland. Ooit, wat langer
geleden al, inderdaad, zat het eraan
vast. Van meer recente datum is een verbondenheid in het staatsverband van
Groot-Brittannië, geëindigd in 1921 (behalve voor de provincie Ulster). Het
resterende Groot-Brittannië, Engeland met name, is evenwel nabij én groot. Door
dit verleden en heden wordt Ierland nog steeds deels ‘gedefinieerd’ in zijn
verhouding tot Engeland.
Al die verbinding en verbondenheid heeft ook sporen in Ierland. Een groot deel
van Ierland lijkt landschappelijk behoorlijk op delen van Engeland. Het
staatsverband heeft vooral het litteken van de Great Famine (circa 1850)
opgeleverd, verzinnebeeld in talrijke monumenten ter herinnering aan de 1
miljoen Ieren die gewoon crepeerden van honger en ziekten – terwijl de lokale Engelse
adel zich nog eens lekker liet opscheppen – en de 2 miljoen die naar elders
vertrokken, meestal allerminst uit vrije wil. Het verwijt, nog zeer levend en
levend gehouden onder de huidige kleine 5 miljoen Ieren, dat de Engelse heren
zich weinig om de Ierse onderdanen bekommerden, destijds, lijkt bepaald
gegrond. Wie kan dus de ironie ontgaan, Geschiedenis soms eigen, als straks, na
toepassing van art. 50 Unieverdrag of daarvoor al, talloze Groot-Britten en hun
ondernemingen naar Ierland verkassen, om in de EU te blijven en de catastrofe
thuis te ontlopen. Zullen er gedenktekens komen voor 23 juni 2016, de dag van
het Brexit-referendum waardoor de Britten weer terugkwamen, als inwijkeling en
smekeling? We gaan zien.
Er is ook uitgebreid personenverkeer tussen Ierland en het nabij Engeland. Westwaarts
voor de kroegen en IT-banen, veelal mannen. Oostwaarts mannen met een kater op
weg naar huis en veel vrouwen op weg
naar een abortus.

Ruimte genoeg, daar in Ierland, voor Brexit-vluchtelingen. Niet in Dublin
evenwel, waar een onversneden woonruimte oververhitting woedt met navenante
prijzen en ware afpersingspraktijken in de huursector. Gelukkig is het er bijna
nooit echt koud. Je bent dus geen onmens als je vindt dat mensen voor (verder) onderdak
kunnen worden verwezen naar de parken en de portieken in Temple Bar. Daar
bivakkeren dan ook circa 30.000 daklozen, al meteen een wat dubieus begrip als
de daken van goud zijn.
Maar buiten de hoofdstad: leegte. Op Ierse snelwegen is de tweede baan nog een inhaalbaan. En er zijn hele lappen
binnenland waar weinig mensen wonen. Een bijna bizar contrast met het stinkende,
tegen het stollingspunt aanhangende motorvoertuigengranulaat dat bijna 24×7, evenveel
rijen dik als er banen zijn, langs onze infarctgevoelige wegen wordt gepompt,
door het overal ruimtelijk ontwikkelde Nederlandse ‘buitengebied’. Dat doet iets
met de volksaard, maar daarover meer te zeggen vergt nader onderzoek.
Voor het overige is de wegen-infrastructuur van Ierland minder ideaal, moet ook
worden gezegd. Veel drie-baan achtige asfaltstroken, waarop ook gefietst en
gejogd wordt, alleen en in groepsverband en eindeloze bochtige rotweggetjes
zonder uitwijkmogelijkheid waar je 80 of zelfs 100 mag rijden, wat de Ieren
zelf ook consequent doen. Nachtmerries bleven niet uit.

Europa is in de vroege middeleeuwen in belangrijke mate vanuit Ierland
gekerstend. Dat was een bloeiperiode van denken, kunst en cultuur. In Ierland
ook, wil ik zeggen. Na de onafhankelijkheid in 1921 werd Ierland min of meer
overgenomen door de RK kerk. Een nieuwe bloeiperiode als genoemd heeft dat niet
opgeleverd. En welk ongenadig, reactionair, onderdrukkend regime van straffeloos
gepotel en elk denkbaar ander misbruik door kerkelijke gezagdragers het wel
heeft opgeleverd, weten we inmiddels. In de portieken van kerken kun je nu een ‘Policy
Statement Safeguarding Children’ aantreffen. Je zou denken dat de gemiddelde
Ier volkomen over z’n nek is gegaan en alleen nog naar de kroeg loopt voor
geestelijke verrijking. Zo is het niet. Maar of de kudde zo slaafs trouw is aan
de priesterkaste als een paar decennia geleden, vraag ik me af. Veel kerken
hadden ruimte over, tijdens de mis. De kroegen, talrijker nog dan kerken,
zitten goed vol. Dat stemt hoopvol.

Het zal destijds de wens zijn geweest, om in Ierland een modern katholiek kalifaat te stichten. Veel mooi ouds, ook aan religieuze
bouwwerken, is inmiddels in ieder geval een ruïne. En het land is vol gezet met
nieuwe, meestal tamelijk lelijke kerken. Nergens zag ik eerder twee identieke godshuizen
800 m van elkaar. Maar in Wexford staan ze (‘Wat kost die kerk? Euhhh, doe er
dan maar twee.’). Het al genoemde Galway kreeg in 1965 nog een kersverse
kathedraal, van kloeke afmetingen. Dat riep toen ook al wel vragen op, maar
vooral over de oubollige stijl. Niet of er blijvende behoefte was aan nog meer
ruimte voor religieuze samenkomst. Maar goed, in ons eigen Rolduc dachten ze
toen, medio jaren zestig, ook nog dat er niets zou veranderen in de komende
honderd jaar, dus we moeten niet te hard oordelen.

Op een wat frisse avond kreeg ik van een Ierse kennis een hele fijne fleecetrui.
Zwart met in grote witte letters op de voorkant het woord: REPEAL. Een band, opvolger
van Clannad of U2, dacht ik. De trui is veel gedragen, met het nodige bekijks.
Inmiddels weet ik dat REPEAL slaat op de bepaling in de Ierse grondwet die
abortus vrijwel verbiedt – oorsprong van het eerder genoemde vrouwelijke
persoonsverkeer oostwaarts – en begrijp ik het bekijks. De RK kerk wil niets weten van REPEAL. Vaak zijn bezwaren van
religieuze zijde domweg niet te begrijpen. Hier wel. De clerus wil natuurlijk uitzicht
houden op nieuwe cohorten geestelijk en lichamelijk gehandicapten en
beschadigde kinderen van tienermoeders, om te kunnen bepotelen en misbruiken. Zij
houden het liever bij het vrome, geduldige papier van een Policy Statement.

Al lang weer thuis zei iemand die kranten leest dat de Ierse regering, tegen
haar zin, 18 miljard Euro gaat innen, bij een of andere Amerikaanse IT-tent,
Apple, geloof ik. Wat met dat geld te doen, vroeg ik mij onwillekeurig af. Ik
aarzel tussen betere wegen en huisvesting voor die 30.000 park- en
portiekbewoners. Uiteindelijk kies ik voor de wegen. Ik ben géén onmens. Het is
er echt nooit echt koud, in Ierland.