De Russen schreiden hun zakdoeken vol toen Stalin in 1953 overleed. Het is gedocumenteerd en wetenschappelijk onderzocht. Oprecht verdriet, bleek. Geen toneel, à la Noord Korea. Hysterie, dacht ik altijd wel. Iets van de ‘Russische ziel’ (waaruit dan ook Dostojewski etc. en de moorddadige liefde voor de Oekraïne misschien zouden zijn te verklaren). Recente theorievorming over ‘lichaam en geest’ en ‘vrije wil’ indachtig, zou ik nu pleiten voor onderzoek of geen eiwit valt aan te wijzen dat mensen tot huilen aanzet of tot verzoenende woorden, als hun kwelgeest, hun folteraar het loodje legt. Een ‘Stockholm eiwit’, dus. Geert Wilders moet dan overigens beslist gevraagd worden bloed of wangslijm af te staan. Zijn rigoureuze afbreking van verzoenende woorden over zijn kwelgeest Rutte in het 2e kamer debat over de val van diens kabinet, onmiddellijk gevolgd door het vertrouwde schelden, wijst – als dat eiwit inderdaad bestaat – op bovengemiddelde resistentie tegen de werking daarvan. Onderdeel mogelijk van een bredere genetisch/emotioneel uitzonderingsbeeld bij Wilders. Maar dit even terzijde. Worden het ‘Stockholm eiwit’ gevonden en ook stofje dat resistent maakt, dan meteen het laatste isoleren, synthetische versie van maken en hup, in het drinkwater, zou ik zeggen. Maar ook dit even terzijde.

Dat de Nerderlandse bevolking, 2e kamer voorop, een traantje wegpinkt bij Mark Rutte’s ‘Götterdämmerung’ (voltrokken in nauwelijks meer tijd dan de gelijknamige opera duurt), doet hoe dan ook niet af aan het verstandigs dat inmiddels is gezegd over de regeringsleider die lang blijft zitten. Namelijk dat dat niet goed is. Dat er daarom maximum termijnen moeten komen, of nog andere maatregelen om uiterste houdbaarheid te bewaken.
Voor het Nederlandse geval is dat evenwel makkelijker gezegd dan gedaan. De maximum termijn is doeltreffend als de regeringsleider rechtstreeks wordt gekozen voor een vaste termijn (behalve in Rusland, waar het dan strookt met de Russische ziel om, als de presidentstermijn op is, een paar jaar premier te worden met een knechtje als president, alles in afwachting van het moment waarop de (grond)wet wordt gewijzigd en alle termijnen overboord gaan). In een parlementair stelsel als het onze is het lastiger vorm te geven (en te goeder trouw na te leven en af te dwingen). Wat telt als termijn? Ook de na 1 jaar afgebroken regeerperiode? Mag je na de maximumtermijn nog lijsttrekker zijn? Mag je dan wel in de kamer gaan zitten? Kom daar maar eens uit!

En dat brengt op het eigenlijke onderwerp: een zwakte die vrije, democratische verkiezingen aankleeft. Of liever: een zwakte die de vrije, democratische kiezer aankleeft.

Neem de laatste 2e kamer verkiezingen op 17 maart 2021. De VVD met Rutte als lijsttrekker werd weer de grootste partij. Zou dus normaal gesproken de premier gaan leveren, te weten: Rutte. Dat zou jaar 12 e.v. worden als regeringsleider. Overduidelijk niet ‘goed’ dus, vanwege de houdbaarheid. En alles, werkelijk alles wees er ook op dat het niet ‘goed’ zou zijn. Dat het welletjes was. Of ‘Paars’ destijds werkelijk puinhopen had opgestapeld zoals Pim stelde, staat m.i. te bezien. Maar dat we het failliet – het morele failliet ook – beleven van (het geloof in) ‘de markt’ als oplossing van ordenings- en verdelingsvraagstukken op het niveau van de samenleving als geheel en we de ruïnes zien van wat dat geloof heeft aangericht, dat valt nauwelijks te betwisten. Lees de krant. Word eens ziek. Begin eens een proces. Laat een reep chocolade bezorgen binnen 5 minuten. Probeer rond te komen. En dat alles gold ook al vóór de verkiezingen.
Toch werd Rutte’s VVD de grootste en Rutte dus  beoogd premier voor de jaren 12 t/m 16 van zijn regeringsleiderschap.

Hoe kan dat? Hoe kon dat in hemelsnaam gebeuren? Kan er iets aan worden gedaan?

Na lang en diep nadenken en niemand en niets behalve eigen verstand en inzicht te hebben geraadpleegd geef ik als antwoord op de eerste vraag: het is helaas verdomd moeilijk om het goede te kiezen. Met de beste intentie om het goede te kiezen, kiest men veelal niet het goede, kiest men het niet-goede.
Is dit een overtuigend antwoord?
Vergeet s.v.p. meteen de tegenwerping dat, naar de stand van de betreffende wetenschap, het fenomeen ‘besluiten’ – gezien als: bewust, rationeel proces van wilsvorming – óf gewoon niet bestaat of één onontwarbare knoop is van fysiologie en alles wat ons uiteindelijk tot mens maakt. Die omstandigheid is al meegenomen in mijn antwoord, dat uitgaat van wat ons tot mens maakt.
Bedenk in plaats daarvan hoe ‘natuurlijk’, zonder moeite dus, men dikwijls, ná een keuze te hebben gemaakt, zich realiseert dat een verkeerde keuze werd gemaakt. Soms na een paar tellen al. Soms na wat langere tijd. En dat in een beoordeling van dezelfde situatie die bestond toen de keuze werd gemaakt.
De ‘spijtoptant’.
De spijtoptant is van alle tijden en is alom. Spijtopteren is onderdeel van wat ons tot mens maakt.

En precies hier kan de remedie tegen genoemde zwakte van verkiezingen en kiezer gevonden worden.

Men houdt verkiezingen en maakt de uitslag bekend. Bijvoorbeeld 2 weken later kan iedereen die dat wil een gewijzigde stem uitbrengen. Daarna is het basta. In de tussentijd wordt geen campagne meer gevoerd. De kiezer die spijtoptant is, kan aldus zijn keuze herstellen.
Dit stelsel biedt tegelijk soelaas tegen een verschijnsel dat ook wel inherent zal zijn aan onze onvolkomen staat van zijn: namelijk, dat een strijd over inhoud ontaardt in strijd om de strijd zelf en dat pas na overwinning en nederlaag ruimte ontstaat voor (her)bezinning op waar de strijd over ging. Daarom moet er per se een uitslag komen na de eerste ronde. Anders immers geen heilzame overwinning of nederlaag. Maar dit is alleen mooi meegenomen. Voorop staat het faciliteren van spijtopteren.

Bij de juridisch onderlegde lezer komt de ‘bedenktijd’ uit het consumentenrecht in gedachte. En inderdaad lijkt de vraag gerechtvaardigd, waarom men een potje pindakaas dat in de reclame zo lekker leek wel kan retourneren en in plaats daarvan de vertrouwde hagelslag kan kopen, of vice versa, maar een stem die men uitbrengt onder de slechts denkbare omstandigheden om tot een afgewogen oordeel te komen, niet kan herstellen. Kort geding‘etje aan wagen?

Ik stel dat er geen Rutte IV was gekomen als het kiezersvolk zich een paar weken had kunnen bezinnen op wat zijn eerste keuze met zich zou brengen. Nu is het wachten geweest tot Mark Rutte zelf spijt kreeg.